En nu?
Het is een goede zaak dat inmiddels duidelijk is geworden wat er tijdens en na de stervenshulp in
grote lijnen is gebeurd. Duidelijk is ook inmiddels dat er wel degelijk sprake
was van een stervende patiënt. De keuze van het AMC om bij de melding geen
wederhoor bij de opleider te vragen, was een bewuste keus van het AMC. Ook de
IGZ meende, ook weer bewust zonder
navraag te doen bij Nico Tromp zelf, het OM in te schakelen. En de IGZ oordeelde met een bevel dat huisarts
Nico Tromp geen zorg meer mag verlenen, noch anderszins betrokken mag zijn bij
de organisatie van de praktijk. Met melding van zijn naam en praktijk. En zo
kan het gebeuren dat een strafrechtprocedure met praktijksluiting wordt gestart
tegen een huisarts, die zelf van niets weet, zonder enige medisch tuchtrechtelijke
toetsing.
Het ging de laatste week in de discussie vaak over de methode die Nico
Tromp bij zijn stervenshulp heeft toegepast. Met als algemeen moreel oordeel
dat goede intenties je als huisarts niet boven de regels stellen. Nederland
kent een richtlijn van palliatieve sedatie en kent een wetgeving voor het
toepassen van euthanasie. Wetgeving komt tot stand langs de weg van politieke
compromissen. De richtlijn palliatieve sedatie kent 80 pagina’s, waarbij nu
juist als genoemd knelpunt 5 wordt genoemd dat de richtlijn in beperkte mate
voorziet in informatie over acute sedatie. Wet en inhoud van de richtlijn geven geen informatie over alle noden van noodzakelijke palliatieve zorg, inclusief hulp bij
stervenden. Dat betekent in de dagelijkse
praktijk dat van de huisarts wordt gevraagd: nabijheid, competentie, zorgcoördinatie,
flexibiliteit en met patiënt en familie samen onderzoeken en bespreken via “shared
decision making” wat de beste opties van
zorg zijn. Niet altijd zijn er duidelijke regels. Euthanasiewet en richtlijn palliatieve
sedatie dekken als vlag bij lange na niet de lading van de palliatieve zorg!
Dit zo gesteld, ik hou hier geen pleidooi om een richtlijn palliatieve
zorg van 160 pagina’s te maken. De burger moet erop kunnen vertrouwen dat de
dokter het beste met de patiënt voor heeft. En toetsbaar handelt. Wel zet ik
vraagtekens bij de handelswijze van het AMC. Kunnen opleiders in Nederland erop
rekenen dat zij voortaan altijd worden gehoord,
ja of nee? En ik zet vraagtekens bij het optreden van de IGZ. Als toetsing en
transparantie in een Kwaliteitswet een prominente plaats hebben, dan geldt dat
bij uitstek voor de instantie die toezicht houdt op uitvoering deze wet. Er
moet daarom een onafhankelijk onderzoek komen naar de reden waarom er meteen is
gekozen voor een strafrechtelijke route en is waarom is gekozen voor het
openbaar maken van de naam van de huisarts met volledig verbod van
zijn praktijkvoering. Dat onafhankelijk onderzoek moet gebeuren om de rechten en
plichten van arts en burger bij
palliatieve zorg duidelijk te krijgen. En gaat ons allemaal aan, want doodgaan
doen we ooit ook allemaal.
AM