NZa heeft het over inkoopmacht
van verzekeraars en verkoopmacht van
zorgaanbieders en stelt in de NRC dat de
verzekeraar terecht veel macht heeft. Deze NZa aanname wordt gemotiveerd met de
uitspraak dat de zorgverzekeraars de belangen behartigen van verzekerden. Blijkbaar
doen zorgaanbieders dat (dus) niet of minder. Een gewaagde uitspraak! En zegt
Theo Langejan, bestuursvoorzitter van de NZa, “ja, we hebben die inkoopmacht doelbewust gegeven, en dat is wennen voor
de zorgaanbieders. Voor de patiënt is dit beter dan verkoopmacht”. Met deze
uitspraak moeten zorgaanbieders het maar doen: zorgaanbieders dienen blijkbaar de belangen van patiënten dus
minder dan de verzekeraars! Een gotspe natuurlijk, dit soort uitspraken.
Van feiten naar focus is de titel van de NZa marktscan. Gericht op de
focus van de huisartsgeneeskunde in het zorgstelsel, zijn er nog meer
opmerkelijke uitspraken. Zo stelt NZa dat in tegenstelling tot onderwijs,
politie de tarieven in de zorg altijd geïndexeerd worden (pg 21). Maar elke
huisarts weet dat sinds bestaan van het zorgstelsel het IT/CT vaker niet dan
wel is geïndexeerd. Waarom daarover niet de waarheid spreken? De werkelijkheid
is op dat op vier fronten (basiszorg, M&I, keten, ANW) meer werk is verricht, met als resultaat in
opdracht van het ministerie een door de NZa uitgevoerde € 98 miljoen korting
(2011). Ook noemt de NZa het opvallend dat er nog nauwelijks inzicht is in de
verschillen (in kwaliteit) tussen huisartsen (pg 39). Maar is het niet een
beter doel na te streven, dat Nederland breed de huisartsenzorg goed is en
beter wordt? Ook wil de NZa dat verzekeraars, ook bij een naturapolis, niets hoeven te betalen als de consument een
niet-gecontracteerde zorgaanbieder consulteert (pg 42). Zo dwingt de
marktmeester contracten af en steunt hiermee het tekenen door zorgaanbieders van
opgelegde contracten. Als innovatief idee noemt de NZa het overdag openstellen
van huisartsenposten bij eerste hulp. Maar waarom juist niet zorgen voor
versterking van het bestaande netwerk zodat de patiënt overdag ook voor eerste
hulp bij de eigen huisarts terecht kan? En wat het convenant LHV-VWS betreft,
is de NZa eerlijk (pg 51): “zorgverzekeraars
hoeven niet het maximaal afgesproken groeipercentage aan zorg in te kopen”.
Daar is hier eerder voor gewaarschuwd, ook al heeft ZN wel degelijk meegetekend.
De zorgfraude wordt aangepakt (OK), maar er komt geen onderzoek naar ten
onrechte afgewezen declaraties (niet OK). Die bestaan blijkbaar niet in de
wereld van de NZa.
Inmiddels is ook het KPMG rapport verschenen, wat de basis is voor het
herijken van het nieuwe norminkomen van o.a. huisartsen. Daar staat bij de NZa
uitleg nog eens expliciet beschreven wanneer het tarief omhoog gaat en wanneer
omlaag. Als harder werken gepaard gaat met teveel omzet, inclusief een extra
inkomen, gaat het tarief…omlaag! Wel een nieuwe norminkomen voor huisartsen,
maar, als waarschuwing voor de toekomst, wel met behoud van dezelfde perverse tariefformule.
De huisarts als praktijkhouder heeft op de zorgmarkt met steun van de
NZa te maken met:
-
Een NZa die de tarieven van de basiszorg oplegt (77% van de omzet van de huisarts)
- De verzekeraar die met steun van de NZa bij een “vrij” tarief een eigen tarief oplegt, zonder rekening te hoeven houden met de afgesproken budgetgroei uit de convenanten. Omzetdeel met "vrij tarief" betreft 23% van de totale omzet van de huisarts. Met steun van de NZa hoeft er met inkoopmacht bij zorginkoop noch gecontracteerd noch onderhandeld te worden.
- Als slot op de deur, is er het MBI van de minister, ingezet bij overschrijding macrokader (bvb 2011)
De NZa heeft zich in de marktscan uitgesproken over een gewenste
marktmacht bij de verzekeraar. Dat is een bewuste keuze. In de opzet van dit
zorgstelsel was juist een ontstane tegenmacht gewenst (countervailing power). Een tegenwerkende kracht om bij economische
machtsposities (weer) balansherstel te krijgen. Die tegenkrachten verminderen
de macht van de dominante partij op de markt. Dat moest gelden voor alle
partijen. Bij dit proces is een scheidsrechter absoluut nodig. Een
scheidsrechter die op het zorgveld voor alle partijen dezelfde spelregels
hanteert, gelijke speelhelften controleert, zelf op tijd aanwezig is, die
oplet, en die bij overtredingen gelijkmatig bestraft zonder aanziens des
persoon conform afgesproken regels.
Helaas voldoet de NZa (nog) niet aan dit profiel. De minister is wel tevreden over de NZa. Zorgwekkender is dat
de NZa weinig heeft bijgeleerd het afgelopen jaar. Eind 2012 schreef NZa: (substitutie) “op zichzelf is dit een gewenste situatie. Het is daarbij wel van belang
dat de kosten in de tweede lijn minimaal met een gelijk bedrag afnemen”,
waarschuwt de NZa. Goed deze waarschuwing, maar wie is er dan verantwoordelijk
voor afgestemde en geïntegreerde inkoop
van zorg in de 1e en 2e
lijn? Toch niet de huisarts? Maar dat is wel, met de aanwezige inkoopmacht, de in deze
marktscan door NZa zo gesteunde verzekeraar!
Dit zorgstelsel wordt alleen een succes als er op de markt tussen partijen
een balansherstel komt van macht en kracht. Waarbij partijen met synergie samenwerken
om veranderingen daadwerkelijke verbeteringen te kunnen laten zijn.
AM