Het 3-segmenten-model voor de bekostiging van huisartsenzorg en
multidisciplinaire zorg biedt perspectief op een doelmatige bekostiging als er
naast een zorginhoudelijke integratie ook een randvoorwaardelijke integratie is
van de drie segmenten. Huisartsenzorg, monodisciplinair of multidisciplinair
geleverd, is niet, zoals nu, gebaat bij verschillende (tarief)regelingen,
verschillende benaderingen en een verschillende inkoop. Waarbij dan weer de
een, dan weer de ander aan tafel zit of mag zitten. Wie vertegenwoordigt vanuit
zorgbelang de generalistisch werkend huisarts?
Mijn voorstel is om implementatie van de nieuwe bekostiging volgens
dit model tot nader order uit te stellen.
Hierbij mijn brief als reactie op consultatiedocument, verstuurd op
7.1.2014 verstuurd aan de NZa.
Toelichting: (uit mijn eindconclusie):
De NZa is niet transparant in berekeningen omdat wel de uitkomst
openbaar wordt gemaakt, maar niet de onderliggende bedragen. Met name de
cruciale onderbouwing van 75/15/10 budgetverhouding van de drie segmenten
blijft onduidelijk.
Het budgetprobleem in S2 wordt niet opgelost door zorggroepen en
verzekeraars “meer vrijheden” te geven. Waarna bij overschrijding van de kosten
segment S1 gaat betalen. In het bekostigingsvoorstel ontbreekt ook de bouwsteen van de arbeidstijdencomponent in relatie tot “veilig werken”.
Ook is de HAP/ANW financiering bewust zonder nadere motivatie buiten de bekostiging gelaten. Dit is vreemd. Ook de stijging van deze kosten valt buiten de gepermitteerde groeiruimte in het onderhandelaarsresultaat. En het macrobedrag ANW/HAP telt aan het eind van het jaar wel mee in de eindbeoordeling bij de minister van wel/geen overschrijding.
Op pagina 14 van dit document en in de bijlage (laatste pagina) van het onderhandelaarsresultaat staan nog veel bekostigingselementen die nog niet zijn ingevuld.
Onduidelijk is hoe de transitie van de bestaande M&I zal plaatsvinden. Een versnippering over drie segmenten dreigt. Ook is niet ingevuld welke M&I verrichtingen er dan wel kunnen blijven (pg 16). De NZa wil net als verzekeraars naar een (populatie)bekostiging met uiteindelijk een 100% IT en gebruikt daarvoor geen valide argumenten. Nadelen van populatiebekostiging worden niet genoemd.
Een gemengde bekostiging geeft de beste balans tussen de diverse financiƫle prikkels. Dat weten we al 6 jaar.
Voor POH financiering geldt ook de genoemde zorginhoudelijke en randvoorwaardelijke integratie. En de financiering van deze POH inzet is het meest gebaat bij een kostprijs per uur.
De NZa ziet ten onrechte voor henzelf geen rol bij het inzetten van het monitoringsinstrument.
Verder is mijn wens dat een toezichthouder objectief toezicht houdt, zeker als het gaat over emotioneel beladen termen als marktmacht en vermeende fraude. Want een goed functionerende toezichthouder als scheidsrechter is, zeker bij een nieuwe bekostiging, een harde eis om onrechtmatigheden bijtijds te corrigeren.
Ook na 1.5 jaar kom ik niet tot een andere conclusie dan dat dit voorstel wederom vooral bekostigingsmethodieken bevat om als stuurmiddel voor verzekeraars na 2015 selectiever huisartsenzorg te kunnen inkopen. Dat is een keuze van de NZa, maar het is niet mijn keus.
Tot slot nog dit. In 2006 kwam het nieuwe zorgstelsel . Gelijktijdig
was er voor de huisartsen, als enige beroepsgroep, een nieuwe bekostiging. Eind
2005 zeiden veel partijen voor deze overgang “ klaar te zijn”. Welnu, dat
hebben huisartsen e.a. geweten: een alomvattende chaos, administratief en op
gebied van declaraties. Een ‘leerzame’ ervaring, welke niet voor herhaling
vatbaar is in 2015.
Ik wens alle deelnemers aan de consultatiebijeenkomst op 15.1.2014
veel wijsheid.
NB: schriftelijke reacties kunnen nog tot 20.1.2014 worden gegeven: CURE@nza.nl
AM