donderdag 30 januari 2014

Voorstel bekostiging praktijkondersteuning (POH) aangepast

Vandaag heb ik voor de nieuwe POH bekostiging huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg mijn definitieve voorstel over de bekostiging van de praktijkondersteuning naar de NZa gestuurd.

Op verzoek van de minister van VWS brengt de NZa in februari 2014 een advies uit over een nieuwe manier om de huisartsenzorg in Nederland vanaf 2015 te bekostigen. Dit conform de afspraken in het eerstelijnszorgakkoord dat de minister met de huisartsen en anderen sloot in de zomer van 2013. VWS gaf zelf al een voorzet over de bekostiging.

De afgelopen weken heeft de NZa dit consultatiedocument voorgelegd aan de vertegenwoordigers van de huisartsen, de verzekeraars en de consumenten. Een ieder was uitgenodigd hierop te reageren:
-reactie LHV
-reactie VPHuisartsen
-reactie Stichting de Vrije Huisarts
-reactie InEen
-overige reacties te zijner tijd op de website van de NZa

Mijn reactie bestond uit twee delen. Een algemene reactie en een voorstel over de bekostiging van praktijkondersteuning.  Het nu aangepaste voorstel (versie 6) bevat een pleidooi voor inzet van ondersteuning met een vaste kostprijs. En deze bekostiging landelijk en niet regionaal met 'populatiebekostiging' te regelen. 
Aanpassing nu was nodig om de prijsindexering 2014 in de kostprijs te verwerken.

Citaat uit reactie:
Regel de praktijkondersteuning landelijk met een kostprijs per uur. De complexe nieuwe financiering van POH kan beter plaats maken voor een praktijkondersteuning met vergoeding van de kostprijs per uur . POH met een transparante kostprijs is in te zetten binnen drie hoofddomeinen: somatiek, GGZ  en management. Deels financieren in S1, deels in S2 en mogelijk als zorgvernieuwing in S3, zoals het consultatiedocument voorstaat, dat is veel te complex. Maak van de POH financiering na 14 jaar (eindelijk) eens een simpele constructie!”

Eerder maakte ook het LHV/NHG al melding van de noodzaak tot voldoende ondersteuning. Er is bij de ondersteuning, zo lijkt het, niet alleen een budgettair probleem, maar ook een neiging de bekostiging van de toekomstige POH-inzet te versnipperen. Om beide redenen is daarom de voortgang in dit dossier onzeker en juist daarom extra belangrijk het NZa advies aan de minister in de gaten te houden.

AM