vrijdag 29 november 2013

Populatiebekostiging: niet alles is goud wat er blinkt


Populatiebekostiging is een trendy topic als het gaat om kostenbeheersing. Populatiebekostiging is een bekostiging van de zorg voor een specifieke doelgroep (populatie), gebaseerd op een jaarlijks budget per patiënt dat in principe alle uitgaven voor de omschreven zorg omvat. Daarbij nemen alle zorgaanbieders,  samen met verzekeraars en eventueel gemeenten, gezamenlijke verantwoordelijkheid om doeltreffende en doelmatige zorg te realiseren. In het onderhandelaarsakkoord is niet voor niets opgenomen dat de nieuwe bekostiging (2015) gebruik zal maken van ‘populatiegebonden kenmerken’ als indicatie voor zorgbehoeften. Het belonen van gezondheidsuitkomsten in het derde segment is hier een onderdeel van. De gedachte (wens?) is dat een regionale invulling van ‘zorg dichtbij’ met partijen die ook regionaal werken, niet alleen betere zorg zal geven, maar ook minder kosten.

Met dit oogmerk vanbetere zorg met minder kosten’ zijn in Nederland inmiddels 9 regionale proeftuinen en 8 pilots gestart. De proeftuinen komen in: Eindhoven, Maastricht, Parkstad, Alkmaar, Friesland, Zeeland, Arnhem, Leiden en Hardenberg. In 2014 worden contractuele afspraken gemaakt voor de activiteiten binnen de proeftuinen.  Bij de proeftuinen zijn vrijwel altijd zorggroepen/huisartsen betrokken, steeds samen met een zorgverzekeraar. Door ook andere aanbieders bij de proeftuin te betrekken, ontstaat regionaal een op elkaar afgestemde zorg, zowel multidisciplinair en/of transmuraal. De zo bespaarde kosten (‘shared savings’) kunnen worden verdeeld onder de deelnemers: verzekeraars, verzekerden en zorgaanbieders. De proeftuinen worden gefinancierd vanuit bestaande wet- en regelgeving: keten-dbc’s, M&I-module en zo nodig de NZa beleidsregel innovatie.

Wat zijn de voordelen?
Het voordeel is dat partijen die met elkaar regionaal de zorg vormgeven ook met elkaar aan tafel zitten. En alle partijen hebben ook wel het besef dat in deze tijd kostenbeheersing gekoppeld aan een zo effectief (de juiste dingen doen) en zo efficiënt (de juiste dingen goed doen) mogelijke zorg ook een morele plicht is. Zeker binnen een stelsel dat gebaseerd is op solidariteit 

Wat zijn de nadelen?
Het grote nadeel is de organisatorische en administratieve belasting. Deze bekostiging stelt hoge eisen aan contractering, bestuurlijke daadkracht, tijdsinvestering deelnemers, administratieve ondersteuning en de zorg voor de beschikbaarheid van data voor resultaatmeting. En wordt zo een groot deel van ‘shared savings’ al niet teniet gedaan door  deze tijdsinvestering  en noodzakelijke overhead? Omdat deze bekostiging  bovengemiddeld drijft op financiële motieven met ‘prijsgevoeligheid’ , bestaat het potentiele gevaar van juist meer concurrentie tussen zorgaanbieders   door op zoek te gaan naar de goedkoopste zorgaanbieder. En er bestaat voor het realiseren van ‘savings’ , mede gezien de complexiteit, een gevaar voor onderbehandeling of te laat doorverwijzen.  Dit nadeel kan dan weer voorkomen worden door afspraken te maken over uitkomstindicatoren…, hetgeen de organisatorische en administratieve ballast van de bekostiging verder aanjaagt.

Hoe breed de proeftuin ook wordt ingezet, populatiebekostiging blijft voorlopig altijd  ‘slechts’  een onderdeel van de totale (huisartsen)zorg. Zeker nu met steun van de overheid de NMa/ACM haar tentakels  diep in de huisartsenorganisatie heeft zitten en ook zorggroepen, in tegenstelling tot zorgverzekeraars, onderling geen afspraken mogen maken, zie ik bij de huidige wetgeving, waarmee deze bestuurlijke beperking bij wet is opgelegd, de populatiebekostiging niet als toekomstbestendig.

shared savings:  “shared”? “savings”?
Het budgetkader zorg blijft onverminderd van kracht. Met een simpele rekensom is vast te stellen dat een toekomstig budget voor ketenzorg van chronische aandoeningen met de verwachte prevalenties maar beperkt aanwezig is (Miljoenennota 2014).  Het is verder een illusie te denken, dat gezien de ervaringen van de laatste jaren,  een deel van eventueel te bereiken savings naar de zorgaanbieders zullen gaan. Er bestaat ook helemaal geen beleidsregel op basis waarvan een dergelijke winstuitkering kan plaatsvinden. “Savings” zullen periodiek afgeroomd worden, dan wel, in het meest gunstigste geval (bvb bij het monitoringsinstrument in het onderhandelaarsakkoord),  worden ingezet om een groter volume (meer)werk te financieren.  Zorgverzekeraars willen graag bij de nieuwe bekostiging (2015) inzetten op een 100% abonnement (‘capitation’).  Nu de zorgvraag toeneemt, het budget ketenzorg krap is, de volumegroei M&I 13-code verdwijnt, de financiering uit de beleidsregel innovatie altijd slechts tijdelijk is (meestal 3 jaar), wordt nu, juist nu,  door verzekeraars ingezet op een 100% abonnement. Volgens gezondheidseconoom Pomp komen bij ‘capitation’ toekomstige budgetoverschrijdingen bij populatiebekostiging geheel of gedeeltelijk voor rekening van de zorgaanbieder. Dit risico kan alleen worden geneutraliseerd door de eindverantwoordelijkheid voor alle zorgkosten bij de inkoopafdeling van de zorgverzekeraars te laten.

De pilots van de proeftuinen zijn gestart. De nulmeting start in 2014 en de herhaalmeting zal plaatsvinden in 2017. Naar verwachting staat de eerste rapportage over het vervolg gepland in 2014.

AM