Populatiebekostiging is een trendy topic als het gaat om kostenbeheersing.
Populatiebekostiging is een bekostiging van de zorg voor een specifieke
doelgroep (populatie), gebaseerd op een jaarlijks budget per patiënt dat in
principe alle uitgaven voor de omschreven zorg omvat. Daarbij nemen alle zorgaanbieders,
samen met verzekeraars en eventueel
gemeenten, gezamenlijke verantwoordelijkheid om doeltreffende en doelmatige
zorg te realiseren. In het onderhandelaarsakkoord is niet voor niets opgenomen
dat de nieuwe bekostiging (2015) gebruik zal maken van ‘populatiegebonden
kenmerken’ als indicatie voor zorgbehoeften. Het belonen van
gezondheidsuitkomsten in het derde segment is hier een onderdeel van. De
gedachte (wens?) is dat een regionale invulling van ‘zorg dichtbij’ met partijen
die ook regionaal werken, niet alleen betere zorg zal geven, maar ook minder
kosten.
Met dit oogmerk van ‘betere zorg met minder kosten’ zijn in Nederland inmiddels 9 regionale proeftuinen en 8 pilots gestart. De proeftuinen komen in: Eindhoven, Maastricht, Parkstad,
Alkmaar, Friesland, Zeeland, Arnhem, Leiden en Hardenberg. In 2014 worden contractuele afspraken gemaakt voor de activiteiten binnen de proeftuinen. Bij de proeftuinen zijn vrijwel altijd
zorggroepen/huisartsen betrokken, steeds samen met een zorgverzekeraar. Door
ook andere aanbieders bij de proeftuin te betrekken, ontstaat regionaal een op
elkaar afgestemde zorg, zowel multidisciplinair en/of transmuraal. De zo bespaarde
kosten (‘shared savings’) kunnen
worden verdeeld onder de deelnemers: verzekeraars, verzekerden en
zorgaanbieders. De proeftuinen worden gefinancierd vanuit bestaande wet- en
regelgeving: keten-dbc’s, M&I-module en zo nodig de NZa beleidsregel innovatie.
Wat zijn de voordelen?
Het voordeel is dat partijen die met elkaar regionaal de zorg
vormgeven ook met elkaar aan tafel zitten. En alle partijen hebben ook wel het
besef dat in deze tijd kostenbeheersing gekoppeld aan een zo effectief (de
juiste dingen doen) en zo efficiënt (de juiste dingen goed doen) mogelijke zorg ook een morele plicht is. Zeker
binnen een stelsel dat gebaseerd is op solidariteit.
Wat zijn de nadelen?
Het grote nadeel is de organisatorische en administratieve belasting.
Deze bekostiging stelt hoge eisen aan contractering, bestuurlijke daadkracht, tijdsinvestering
deelnemers, administratieve ondersteuning en de zorg voor de beschikbaarheid
van data voor resultaatmeting. En wordt zo een groot deel van ‘shared savings’ al niet teniet gedaan door deze tijdsinvestering
en noodzakelijke overhead? Omdat deze bekostiging
bovengemiddeld drijft op financiële
motieven met ‘prijsgevoeligheid’ , bestaat het potentiele gevaar van juist meer
concurrentie tussen zorgaanbieders door op zoek te gaan naar de goedkoopste
zorgaanbieder. En er bestaat voor het realiseren van ‘savings’ , mede gezien de complexiteit, een gevaar voor onderbehandeling of te laat doorverwijzen. Dit nadeel kan dan weer voorkomen worden door
afspraken te maken over uitkomstindicatoren…, hetgeen de organisatorische en
administratieve ballast van de bekostiging verder aanjaagt.
Hoe breed de proeftuin ook wordt ingezet, populatiebekostiging blijft voorlopig
altijd ‘slechts’ een onderdeel van de totale (huisartsen)zorg. Zeker
nu met steun van de overheid de NMa/ACM haar tentakels diep in de huisartsenorganisatie heeft zitten
en ook zorggroepen, in tegenstelling tot zorgverzekeraars, onderling geen afspraken
mogen maken, zie ik bij de huidige wetgeving, waarmee deze bestuurlijke beperking
bij wet is opgelegd, de populatiebekostiging niet als toekomstbestendig.
shared savings: “shared”? “savings”?
Het budgetkader zorg blijft onverminderd van kracht. Met een simpele
rekensom is vast te stellen dat een toekomstig budget voor ketenzorg van
chronische aandoeningen met de verwachte prevalenties maar beperkt aanwezig is
(Miljoenennota 2014). Het is verder een
illusie te denken, dat gezien de ervaringen van de laatste jaren, een deel van eventueel te bereiken savings
naar de zorgaanbieders zullen gaan. Er bestaat ook helemaal geen beleidsregel
op basis waarvan een dergelijke winstuitkering kan plaatsvinden. “Savings” zullen
periodiek afgeroomd worden, dan wel, in het meest gunstigste geval (bvb bij het
monitoringsinstrument in het onderhandelaarsakkoord), worden ingezet om een groter volume (meer)werk
te financieren. Zorgverzekeraars willen
graag bij de nieuwe bekostiging (2015) inzetten op een 100% abonnement (‘capitation’).
Nu de zorgvraag toeneemt, het budget ketenzorg krap is, de volumegroei M&I 13-code verdwijnt, de financiering
uit de beleidsregel innovatie altijd slechts tijdelijk is (meestal 3 jaar), wordt
nu, juist nu, door verzekeraars ingezet
op een 100% abonnement. Volgens gezondheidseconoom Pomp komen bij ‘capitation’ toekomstige
budgetoverschrijdingen bij populatiebekostiging geheel of gedeeltelijk voor
rekening van de zorgaanbieder. Dit
risico kan alleen worden geneutraliseerd door de eindverantwoordelijkheid voor
alle zorgkosten bij de inkoopafdeling van de zorgverzekeraars te laten.
De pilots van de proeftuinen zijn gestart. De nulmeting start in 2014
en de herhaalmeting zal plaatsvinden in 2017. Naar verwachting staat de eerste
rapportage over het vervolg gepland in 2014.
AM