donderdag 26 september 2013

Inkoop ziekenhuiszorg bewijst gelijk voor inzet van gemengde bekostiging huisartsenzorg

Deze week ging de LHV Ledenraad “bijna unaniem” akkoord met het onderhandelaarsresultaat LHV-VWS. Een van de consequenties nu is dat er langs vijf wegen ( 2e lijn , GGZ, AWBZ, zelfverwijzers SEH, jeugdzorg) meer werk op de huisarts afkomt.  En hoe gaat deze zorg nu bekostigd worden? Bekostiging van het eerste segment (basiszorg) in een nieuwe bekostigingssysteem per 2015 kent “vooralsnog een gecombineerd tariefsysteem, opgebouwd uit een gedifferentieerd inschrijftarief en een consulttarief(akkoord punt 27-aIII). Het is met name de LHV die zich inzet voor (behoud van) dit systeem van gemengde (IT/CT) bekostiging. Het zijn met name de verzekeraars die liever voor dit segment een 100% abonnement hebben.

Is de inzet voor een gemengde bekostiging terecht?

In de week van dit LHV-VWS akkoord blijkt allereerst dat ziekenhuizen een brandbrief hebben gestuurd naar hun brancheorganisatie NVZ over de zorginkoop. Ziekenhuizen beklagen zich in deze brief dat individuele verzekeraars bij de zorginkoop voor 2014 kortingspercentages eisen van 15%, te weten 7,5% op het volume en 7,5% op de prijs. Ziekenhuizen stellen dat verzekeraars zich hiermee niet aan de financiële kaders houden, zoals afgesproken in hun zorgakkoord. Dat zorgakkoord gaat immers voor de tweede lijn uit van een (toegestane, niet verplichte) basisgroei van 1,5%, exclusief inflatie.

Maar in dezelfde week wordt daarnaast in het FD bevestigd dat als verzekeraars werken met een aanneemsom, en dus niet betalen per verrichting, ziekenhuizen steeds minder gaan produceren. Bij een aanneemsom krijgen ziekenhuizen per jaar “een spreekwoordelijke zak met geld” ongeacht de feitelijke productie. De hoogte van de aanneemsom over 2012 was gebaseerd op een gemiddelde volumegroei van 2,5%. Maar het volume kromp vorig jaar juist met 1%. Begin 2013 meldde Achmea dat hierdoor € 40 mln te duur is ingekocht. Maar in september zou bij extrapolatie van dat cijfer naar 1% krimp, het verlies voor deze grootste verzekeraar wel eens € 200 mln zou kunnen zijn. Dan is er € 200 mln premiegeld betaald voor niet geleverde zorg.

Wat is dus het leerpunt?

Zowel de zorginkoop met een 100% verrichtingentarief als de 100% zorginkoop met een aanneemsom geven aanleiding voor beide partijen, verzekeraar en zorgaanbieder, naar eigen voordeel te reageren met aanpassing van prijs en aanbod. Een tweede opmerkelijk punt is de reactie 14 bij het artikel, dat ZN bij een afgesloten akkoord haar onderliggende leden (verzekeraars) niet kan binden, tenzij zij individueel ook hebben meegetekend. Mogelijk is een verklaring nu met instemming van het akkoord juridisch niet voldoende. Als dit waar is, dan heeft dit voor de huisarts (dezelfde) consequenties, omdat ook in het onderhandelaarsresultaat eerste lijn 2014 tot en met 2017, ZN een van de ondertekenaars is.

De LHV heeft gelijk om voor de toekomst hoog in te zetten op een systeem van gemengde bekostiging, dus met een IT en CT. Immers, een balans van financiële prikkels wordt het beste bereikt in een gemengd systeem van “capitation” (abonnementstarief) en “fee-for-service” (consulttarief).
De perverse prikkels die ontstaan in een systeem dat alleen op een abonnement (of aanneemsom) is gebaseerd, worden namelijk tegengegaan door het fee-for-service (of verrichtingentarief) gedeelte van het bekostigingssysteem, en vice versa.

Dit feit is overigens niet nieuw, maar was al bekend in 2007. En te lezen bij de toezichthouder NZa.  Wie dan vervolgens niet van de geschiedenis wil leren, is gedoemd haar te herhalen.

AM