Voor een groot deel is de te betalen zorgpremie nu al
inkomensafhankelijk. Van de € 36 miljard zorgkosten van de Zorgverzekeringswet (2012)
wordt al ruim de helft inkomensafhankelijk betaald. In 2012 bijvoorbeeld is dit
7,1% van het inkomen tot een grens van € 50.056. Bij de huidige AWBZ kosten wordt zelfs nu al
meer dan 60% inkomensafhankelijk via de Belastingdienst betaald. In 2013 is de
eigen bijdrage voor verblijf in een AWBZ instelling inkomensafhankelijk verhoogd
(8% van het vermogen in box 3 wordt opgeteld bij het inkomen). Toch staat de
solidariteit bij betaling van de zorgkosten toenemend onder druk.
Na het verschijnen van het huidige regeerakkoord in het najaar van 2012 is er in korte tijd
een politieke meerderheid om de zorgpremies en het eigen risico voor de
toekomst niet inkomensafhankelijk te maken. De achterban van met name de VVD en
de middeninkomens zijn in opstand gekomen.
Tevens bestaat de angst dat zorgverzekeraars met een
inkomensafhankelijke premie nauwelijks meer op prijs kunnen concurreren met hun
toekomstige lage nominale premies.
Voor 2014 verwacht men dat twintig procent van de burgers een wissel gaat maken naar een andere zorgverzekeraar. 39 procent is nog in twijfel. Het besparen op de premie is naar verluidt het
belangrijkste motief om van zorgverzekeraar te wisselen. Deze zuiver financieel
gestuurde keuze van de burger is niet voor iedereen weg gelegd. Bijna acht van
de tien chronisch zieken (78 procent) durft nu niet over te stappen naar een nieuwe
zorgverzekeraar. Chronisch zieken zijn met name bang dat ze bij een overstap
geen aanvullende verzekering meer kunnen afsluiten. Ook een uitruil van een
hoger eigen risico tegen een lagere zorgpremie is voor een chronisch zieke geen
optie. Gezonde consumenten besparen in
2014 daarentegen gemiddeld ruim 21 procent op de zorgpremie als zij kiezen voor
het maximale vrijwillig eigen risico van 500 euro. Zeventig procent van de vermogende Nederlanders zegt niet te wachten met schenken tot zij in een AWBZ instelling
wonen. Daarnaast vindt de helft van de vermogende Nederlanders de eigen bijdrage aan de AWBZ geen goed idee. Kortom de solidariteit bij ziek-gezond spat er niet vanaf als het
gaat om betalen van de huidige zorgpremie. Maar misschien komt er een kentering in
denken nu de NPCF waarschuwt “niet alleen te letten op de prijs”. Een groter risico van risicoselectie is namelijk het beknibbelen op investeringen in de kwaliteit van zorg. Goedkopere zorg staat immers niet gelijk met betere zorg...
Ook de verzekeraars voeren een financieel gestuurd beleid. Als de ex
ante risicoverevening niet goed werkt, leidt acceptatieplicht en het verbod op premiedifferentiatie
bij een gemiddelde premie tot verliezen op chronisch zieken en winsten op
gezonde verzekerden. Via allerlei
constructies proberen verzekeraars jonge gezonde verzekerden binnen te halen. Verder zetten verzekeraars voor 2014 het mes in de aanvullende zorgpolissen. De aanvullende pakketten worden duurder, maar
verzekerden krijgen hier minder zorg voor terug. Toezichthouder NZa beschermt de verzekeraars
met hun inkoopgedrag en concludeert dat de zorgverzekeraars de zorgverzekeringswet goed uitvoeren. En de andere toezichthouder DNB laat geen gelegenheid
ongemoeid om te stellen dat zorgverzekeraars met extra financiële buffers rekening
moeten houden met toenemende risico’s en aanhoudende onzekerheid. Zelf bij een
winst van € 1,4 miljard (2012). Een
zorgaanbieder is jaloers op zulke beschermengelen....
Er is alle reden voor om een geheel inkomensafhankelijke zorgpremie in
te voeren, te innen via de Belastingdienst. Het gaat bij het solidariteitsbeginsel
om een betaling naar draagkracht. Dat is met het betalen van belasting ook zo.
Het doel is dat in de driehoeksrelatie tussen
zorgvragers, zorgverleners en verzekeraars de focus gericht is op verantwoord
gebruik van collectieve middelen, zonder claimgedrag, zonder consumentisme en
zonder marktwerking met zorgvraagbeïnvloeding. Bij solidariteit tussen ziek en
gezond past zorg met een bewezen medische noodzaak en met een premiebetaling naar
draagkracht.
AM