dinsdag 19 november 2013

Solidariteit staat bij betaling van zorgkosten toenemend onder druk

Solidariteit in het huidige zorgstelsel betekent hetzelfde basispakket voor elke burger. Sociale cohesie is er met een aanwezige solidariteit tussen ziek en gezond, tussen jong en oud en tussen werkend en werkloos. Maar als de zorgkosten betaald moeten worden, wordt ook solidariteit gevraagd tussen rijk en arm. Anders zijn het loze woorden. In Nederland wordt 83% van de zorg collectief gefinancierd (ZVW, AWBZ). Met het principe van solidariteit kan iedereen een beroep doen op gezondheidszorg en worden de lasten door de samenleving als geheel gedragen. Maar deze solidariteit om de zorgkosten naar vermogen te dragen staat onder druk, omdat de zorgkosten toenemen en degenen die relatief minder zorgkosten maken (de hoger opgeleiden) bij een geheel inkomensafhankelijke zorgpremie een groter deel van deze meerkosten gaan betalen.  

Voor een groot deel is de te betalen zorgpremie nu al inkomensafhankelijk. Van de € 36 miljard zorgkosten van de Zorgverzekeringswet (2012) wordt al ruim de helft inkomensafhankelijk betaald. In 2012 bijvoorbeeld is dit 7,1% van het inkomen tot een grens van € 50.056.  Bij de huidige AWBZ kosten wordt zelfs nu al meer dan 60% inkomensafhankelijk via de Belastingdienst betaald. In 2013 is de eigen bijdrage voor verblijf in een AWBZ instelling inkomensafhankelijk verhoogd (8% van het vermogen in box 3 wordt opgeteld bij het inkomen). Toch staat de solidariteit bij betaling van de zorgkosten toenemend onder druk.

Na het verschijnen van het huidige regeerakkoord in het najaar van 2012 is er in korte tijd een politieke meerderheid om de zorgpremies en het eigen risico voor de toekomst niet inkomensafhankelijk te maken. De achterban van met name de VVD en de middeninkomens zijn in opstand gekomen.  Tevens bestaat de angst dat zorgverzekeraars met een inkomensafhankelijke premie nauwelijks meer op prijs kunnen concurreren met hun toekomstige lage nominale premies. 

Voor 2014 verwacht men dat twintig procent van de burgers een wissel gaat maken naar een andere zorgverzekeraar. 39 procent is nog in twijfel.  Het besparen op de premie is naar verluidt het belangrijkste motief om van zorgverzekeraar te wisselen. Deze zuiver financieel gestuurde keuze van de burger is niet voor iedereen weg gelegd. Bijna acht van de tien chronisch zieken (78 procent) durft nu niet over te stappen naar een nieuwe zorgverzekeraar. Chronisch zieken zijn met name bang dat ze bij een overstap geen aanvullende verzekering meer kunnen afsluiten. Ook een uitruil van een hoger eigen risico tegen een lagere zorgpremie is voor een chronisch zieke geen optie.  Gezonde consumenten besparen in 2014 daarentegen gemiddeld ruim 21 procent op de zorgpremie als zij kiezen voor het maximale vrijwillig eigen risico van 500 euro. Zeventig procent van de vermogende Nederlanders zegt niet te wachten met schenken tot zij in een AWBZ instelling wonen. Daarnaast vindt de helft van de vermogende Nederlanders de eigen bijdrage aan de AWBZ geen goed idee. Kortom de solidariteit  bij ziek-gezond spat er niet vanaf als het gaat om betalen van de huidige zorgpremie. Maar misschien komt er een kentering in denken nu de NPCF waarschuwtniet alleen te letten op de prijs”. Een groter risico van risicoselectie is namelijk het beknibbelen op investeringen in de kwaliteit van zorg. Goedkopere zorg staat immers niet gelijk met betere zorg...

Ook de verzekeraars voeren een financieel gestuurd beleid. Als de ex ante risicoverevening niet goed werkt, leidt acceptatieplicht en het verbod op premiedifferentiatie bij een gemiddelde premie tot verliezen op chronisch zieken en winsten op gezonde verzekerden.  Via allerlei constructies proberen verzekeraars jonge gezonde verzekerden binnen te halen.  Verder zetten verzekeraars voor 2014 het mes in de aanvullende zorgpolissen. De aanvullende pakketten worden duurder, maar verzekerden krijgen hier minder zorg voor terug.  Toezichthouder NZa beschermt de verzekeraars met hun inkoopgedrag en concludeert dat de zorgverzekeraars de zorgverzekeringswet goed uitvoeren. En de andere toezichthouder DNB laat geen gelegenheid ongemoeid om te stellen dat zorgverzekeraars met extra financiële buffers rekening moeten houden met toenemende risico’s en aanhoudende onzekerheid. Zelf bij een winst van € 1,4 miljard (2012).  Een zorgaanbieder is jaloers op zulke beschermengelen....

Er is alle reden voor om een geheel inkomensafhankelijke zorgpremie in te voeren, te innen via de Belastingdienst. Het gaat bij het solidariteitsbeginsel om een betaling naar draagkracht. Dat is met het betalen van belasting ook zo.  Het doel is dat in de driehoeksrelatie tussen zorgvragers, zorgverleners en verzekeraars de focus gericht is op verantwoord gebruik van collectieve middelen, zonder claimgedrag, zonder consumentisme en zonder marktwerking met zorgvraagbeïnvloeding. Bij solidariteit tussen ziek en gezond past zorg met een bewezen medische noodzaak en met een premiebetaling naar draagkracht.

AM