dinsdag 25 februari 2014

De nieuwe Jeugdwet ziet het levenslicht

Nu de Eerste Kamer de Jeugdwet heeft aangenomen, zijn per 1.1.2015 de gemeenten inhoudelijk en budgettair verantwoordelijk voor de inkoop van de jeugdzorg. Hun taak: het regelen van jeugdhulp, niet alleen voor opvoedingsproblemen, psychische en psychiatrische problemen. Maar ook zijn gemeenten verantwoordelijk voor maatregelen in de kinderbescherming en jeugdreclassering. Met als uitgangspunt voor de probleembenadering: 1 gezin, 1 plan, 1 regisseur.  Met deze transitie van wetgeving denkt het kabinet Rutte II op het budget van de jeugdzorg van, nu € 3,5 miljard, zo’n € 240 mln te kunnen besparen.

De organisatie van de Nederlandse jeugdzorg kent een lange traditie van versnippering en complexiteit.  Met de wet op de jeugdzorg in 2005 zou de regie komen te liggen bij Bureau Jeugdzorg (BJZ): wie hulp nodig had, moest van BJZ een indicatie hebben, zo was de gedachte. Echter in de praktijk verliep 80% van de toestroom naar de jeugd GGZ via de huisarts, zonder dat BJZ op de hoogte was.  Dat moe(s)t anders.  Voor de inhoudelijke invulling van de nieuwe Jeugdwet per 2015 verwijs ik naar de betreffende dossiers op de bekende websites: VWS, LHV en NHG

Opmerkelijk is het feit dat voor de definitieve invulling van de wet aanvankelijk veel werk is verricht door de huidige voorzitter van de LHV (rapport 2005: “Koersen op het kind”). In dit rapport werd geadviseerd de jeugdzorg niet onder te brengen, zoals voorheen bij 5 ministeries, maar in 2007 in het kabinet Balkenende IV bij één ministerie: de programmaminister voor Jeugd en Gezin.  De post werd in dat kabinet bekleed door viceminister-president André Rouvoet, tegenwoordig voorzitter van ZN. Rouvoet had als minister een eigen portefeuille en begroting, ter waarde van circa zes miljard euro. De uitvoering van het programma vond plaats door medewerkers van de ministeries van VWS, Justitie en Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). Met de komst van het kabinet-Rutte I in oktober 2010 werd het programmaministerie voor Jeugd en Gezin weer opgeheven. Tegenwoordig (2014) zijn de ministeries van VWS (zorg) en Justitie (kinderbescherming/reclassering) samen verantwoordelijk voor de jeugdzorg. Ook een commissie onder leiding van Pierre Heijnen (rapport 2010: "jeugdzorg dichtbij") heeft baanbrekend werk verricht.  Pleitte van Eijck in 2005 voor “zorg in de buurt”, bij Heijnen in 2010 was een van de speerpunten “één financieringsstroom”. Met de nieuwe Jeugdwet per 2015 komen beide punten in één beleid in de WMO samen.

Huisarts en Jeugdwet
Met de transitie per 2015 van de jeugdzorg van ZVW (inkoper verzekeraar) naar WMO (inkoper gemeente) vindt er een paradigmaverandering plaats: van “waar heb ik recht op” (ZVW) naar “wat heb ik nodig” (WMO). Met name in de kinderpsychiatrie kan dit grote consequenties hebben als de gemeenten een financieel plafond voor jeugdzorg instellen of, beter gezegd, moeten instellen.
Het is ook niet voor niets dat, met een (politiek) wethouder als financieel verantwoordelijke, in de jeugdzorg de jeugd-GGZ het meeste verzet aantekende tegen de overheveling van taken naar de gemeente. Zeker na de recente ongelukkige opmerkingen [“Bij de jeugdzorg worden jongeren niet meer naar de psychiater gestuurd, maar naar de voetbalclub”] van de VNG voorzitter, nam de argwaan nog toe. Deels heeft GGZ Nederland toch haar zin gekregen. Anders dan oorspronkelijk de bedoeling was, werd aan de Jeugdwet toegevoegd dat de huisarts ook buiten de gemeentelijke instanties (sociale wijkteam, Centrum voor Jeugd & Gezin) om, naar de specialistische GGZ mag blijven verwijzen.
Ook Steven van Eijck uitte namens de LHV al zijn zorgen indien gemeenten niet genoeg investeren in jeugdzorg. Hij voorziet (dan) een toename van wachtlijsten en minder doorverwijsmogelijkheden voor de huisarts.

De huisarts heeft een belangrijke verwijstaak in de Jeugdwet, mede omdat de huisarts 80% van de kinderen minimaal 2x per jaar ziet. Deze nieuwe extra verwijsmogelijkheid voor de huisarts, buiten de gemeente om (samen met en medisch specialist en jeugdarts!), kan wel financiële consequenties hebben voor de betreffende gemeente. En moeten dan ook de macrobesparingsdoelstellingen van de staatssecretaris van € 450 mln worden bijgesteld?
Kortom, wie wordt op dit strijdtoneel met 15% bezuiniging de nieuwe risicodrager? En zo kan de Jeugdwet in theorie zelfs beleidsmatig conflicteren met belangen van kwetsbare kinderen. Want wat gebeurt er als huisartsen net zoveel kinderen naar de jeugd GGZ verwijzen als voorheen? En de huisarts zegt, “deze zorg is nodig”…. 

De 403 gemeenten worden nu verdeeld in 42 zorgregio’s.  Bij de zorginkoop van jeugdzorg door gemeenten krijgen verzekeraars binnen deze zorgregio voor 3 jaar een adviesfunctie. Per zorgregio wordt één zorgverzekeraar aangewezen die deze adviesrol vervult. Vanaf juli 2014 gaan voor 2015 de inkoopgesprekken met zorgaanbieders beginnen. Tot en met 2017 gaan gemeenten voor de jeugdzorg verder met de inkoop van de huidige productstructuren, te weten zorgzwaarte-prestaties voor de generalistische basis-GGZ en DBC’s voor de gespecialiseerde GGZ.

En voor de huisarts, wat gaat de gemeente dáár voor doen? De staatssecretaris vindt dat huisartsen moeten ‘bewegen’..  Maar gaan de gemeenten als inkoper ook bewegen, vraag ik me af. Wie gaat de POH-GGZ voor jeugdigen betalen? Via de WMO?  ZVW? en straks in segment S1 van de nieuwe bekostiging (conform advies NZa)? En hoe gaat de gemeente, als financieel eindverantwoordelijke,  de huisarts faciliteren voor inzet en samenwerking in de sociale wijkteams? En wat gaat de zorgverzekeraar in de zorgregio de gemeente bij zorginkoop adviseren over deze randvoorwaarden bij de nieuwe inhoudelijke rol van de huisarts?

Het ‘advies’ van oud LHV voorzitter Tineke Slagter aan  de staatssecretaris recent in de Eerste Kamer was:  “als de staatssecretaris van mening is dat de huisartsen er meer bij betrokken zouden moeten worden, dan zal hij echt nog veel beter zijn best moeten doen om huisartsen daartoe te bewegen”… Kortom, het bewegen zal ook vanuit het ministerie moeten komen!.... De nieuwe Jeugdwet, nog 10 maanden voor take-off….

AM