zaterdag 15 februari 2014

NZa voorstel bekostiging huisartsenzorg definitief: het antwoord is nu aan de minister

Op 14 februari 2014 heeft de minister van VWS de Tweede Kamer geïnformeerd over het advies van de NZa over de toekomstige bekostiging van huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg. De inhoud van dit advies is niet wezenlijk anders dan het reeds uitgebreid becommentarieerde consultatiedocument van de NZa over de beoogde nieuwe bekostiging: het 3-segmenten-model.

Er zijn bij de NZa op het consultatiedocument van 31.12.2013 totaal 25 reacties binnengekomen en deze worden binnenkort op de website gepubliceerd. Ook heeft er op 15 januari 2014 een consultatiebijeenkomst plaatsgevonden waar betrokken organisaties een reactie konden geven.  Reeds eerder in 2012 bracht de NZa het eerste consultatiedocument (mei) en advies (juni) over de nieuwe bekostiging uit.

Het huidige advies aan de minister is dus in feite het tweede advies van de NZa. Nu is voor de voortgang VWS aan zet met na beoordeling het schrijven van een voorhangbrief (eind maart 2014) en het eind april geven van een aanwijzing aan de NZa. Eind juni 2014 moet de regelgeving over de nieuwe bekostiging zijn vastgesteld. Alleen dan kan de regelgeving per 1.1.2015 van kracht zijn. Omdat veel vragen over de bekostiging nog niet zijn beantwoord, is het nog maar de vraag of dit tijdpad wordt gehaald.

In veel blogs (een, twee, drie, vier, vijf, zes, zeven) is de afgelopen maanden aandacht besteed aan een nieuwe bekostiging.  Mijn reactie op het consultatiedocument dit jaar bestond uit een algemeen commentaar op het drie segmenten model en uit een voorstel voor een nieuwe bekostiging van de POH.  In het nu gepubliceerde advies wordt voor praktijkondersteuning slechts aandacht besteed aan de domeinen somatiek en GGZ.  Het domein management wordt om onduidelijke reden slechts genoemd bij de GEZ financiering. Over (kost)prijzen en tarieven voor ondersteuning wordt geheel niet gesproken.

Uitbreiding van ketenzorg (segment 2-B) wordt zonder benoeming van het budgettaire probleem voorgesteld met toevoeging van nieuwe ketenprestaties: astma, dementie en depressie.
De huidige M&I wordt afgeschaft. Met een eigen berekening (pg 25 document) schat ik in dat ongeveer 2/3 deel van het huidige M&I aandeel met prestatiebekostiging verhuist naar segment S3 en 1/3 deel gaat naar segment S1. Dit betekent een forse herallocatie van gelden, welke mogelijk slechts onder nog onduidelijke  voorwaarden (weer) beschikbaar zijn.

De NZa blijft bij haar standpunt dat voor de segmenten S2 en S3 de tarieven vrij moeten zijn en voor S1 de tarieven geregeld en gemaximeerd moeten worden. NZa is duidelijk in dit standpunt dat tariefregulering (in S1) de basis is voor kostenbeheersing (pg 43). Omdat bij de verandering van deze  bekostiging een macroneutrale invoering wordt bepleit, moet er natuurlijk ook een segment zijn waarbinnen de tarieven bij overschrijding neerwaarts kunnen worden bijgesteld….

Binnen segment S2 moet er volgens de NZa een partnerschap ontstaan tussen verzekeraar en zorggroep met ruimte voor maatwerk. Maar moet tegelijkertijd de verzekeraar met inkoopmacht goede resultaten afdwingen.  En “ de wens tot maatwerk (in S2 en S3) pleit voor vrije tarieven”, zo stelt de NZa (pg 43).

NZa vat probleem van wel/geen vrije tarieven nog eens krachtig samen: (citaat, pg 58): “Het ligt in de lijn der verwachting dat de opbrengsten (en daarmee de macrokosten) op S2 en S3 in relatieve zin zullen stijgen ten opzichte van die uit S1, onder meer door substitutie, verbreding van het programmatisch/multidisciplinair aanbod, zorgvernieuwing en goede resultaten….. de verwachte groei in S2 niet (alleen) betrekking heeft op de omvang van geleverde zorg door huisartsen, maar juist is gelegen in verbreding van multidisciplinaire zorg. Daarbij verwacht de NZa wel dat het volume van de basishuisartsenzorg (S1) in absolute zin zal blijven groeien door demografische ontwikkelingen. Ook de omvang van de totale zorg in S2 zal naar verwachting toenemen door veranderingen in demografie. Los van de periodieke herijking van de tarieven  en eventuele tariefherijkingen bij verbreding van S2-zorg kan de NZa de omvang van de opbrengsten/macrokosten in S2 en S3 niet beïnvloeden. Verzekeraars en aanbieders maken met elkaar afspraken over de hoogte van de tarieven……Mochten verzekeraars hun sturingsmogelijkheden willen vergroten door ruimere afspraken binnen S3,  zonder dat dit leidt tot macromeerkosten, dan kunnen zij dit doen door tarieven voor inschrijvingen en consulten af te spreken onder de maximumtarieven”.

Wat is vrijheid voor de een waard, als deze vrijheid wordt betaald door de ander?  Het is huisartsen niet gelukt deze perversiteit te tackelen in dit nieuwe voorstel van de bekostiging. Het kwartje wil bij de NZa ten aanzien van dit probleem niet vallen. En valt het kwartje nu bij de minister en Tweede Kamer wel? Er lijkt ouderwets vakbondswerk nodig te zijn om dit onkiese deel uit de nieuwe bekostiging  te krijgen.

AM