woensdag 19 februari 2014

Het werkgeversrisico bij inzet POH-GGZ komt steeds beter in beeld

Omdat de 2e lijns GGZ 30% moet bezuinigen, komt en blijft in 2014 een groter deel van patiënten met GGZ-problematiek in de huisartspraktijk. Dat is het beleid. De POH-GGZ gaat deze zorg grotendeels opvangen. Bij inzet in de huisartspraktijk van een POH-GGZ heeft de huisarts behalve het voordeel van taakdelegatie ook een toenemend werkgeversrisico. Het werkgeversrisico met inzet van de POH-GGZ is slechts een onderdeel van het totale werkgeversrisico. En dit risico is weer onderdeel van het ‘ondernemersrisico’. En dit ondernemersrisico is bij de recente inkomensherijking afgekocht voor een bedrag van € 1,12 per patiënt per jaar... 

Voor de inzet van de POH-GGZ in de 1e lijn moet er door alle partijen (huisarts, POH en psycholoog/psychiater) veel tijd geïnvesteerd worden. Met heel veel administratie…. Het gaat om (terug)verwijzen, uitleg “verboden diagnoses” bij DSM-IV, regels van diagnostiek, de mate van zorgzwaarte, registraties, consultaties en zorgcontracten. Voor zorgverleners wordt door verzekeraars wel heel erg de nadruk gelegd op vormaspecten. In het nieuwe beleid met een prominente plaats voor de huisarts, worden de NHG standaarden, waar de huisarts mee bekend is, niet genoemd. Maar wordt de DSM-diagnose, waar de huisarts niet vertrouwd mee is, wel gebruikt en nog wel voor verzekeringsdoeleinden: zonder DSM-diagnose geen vergoeding in de GB-GGZ en SPEC-GGZ.

Deze blog gaat uitsluitend over het werkgeversrisico van de huisarts. Want de vele veranderingen, achter en voor ons, maken de GGZ transitie niet tot een risicoloze exercitie. Ik noem zes deelterreinen met een potentieel risico…

1.       Modernisering Ziektewet.
Als de huisarts(werkgever) en de POH-GGZ(werknemer) ervoor kiezen in een proefperiode een tijdelijk contract aan te gaan, dan zal de werkgever, indien deze POH ziek is als dit contract afloopt,  vanaf 1.1.2014 betalen voor de POH en verantwoordelijk zijn voor verzuimbeleid. Dat geldt zelfs bij ziek worden van de POH in de eerste 28 dagen na afloop van het contract. Voorheen verdwenen zieke flexwerkers nog aan het eind van hun contract ziek de vangnetregeling van de Ziektewet in. Dat is per 2014 afgelopen.
 
2.       De loonkostencomponent in de NZa vergoedingsregeling.
Dit onderdeel van de vergoeding voor de huisarts is in 2014 voor de inzet van 38 uur POH-GGZ verhoogd en vastgesteld op € 70.196,-  Echter deze component betreft helaas een tijdelijke verhoging. De NZa doet nu geen uitspraak voor hoe lang deze aanpassing in stand blijft. Daarnaast ligt de vraag voor of het salaris van de POH-GGZ is vastgesteld op eindschaal 7 cao huisartsenzorg. Of schaal 8? Of is het salaris POH-GGZ nu een voortzetting van het salaris van voorheen de SPV (schaal 55 FWG)?
 
3.       Het macrobudget POH-GGZ.
Bij een inzet van de POH-GGZ in heel Nederland is € 172,2 mln nodig. Voor 2015 is slechts € 73,2 mln in het macrokader opgenomen. De gevolgen laten zich raden. Zou daadwerkelijk elke huisarts maximaal de POH-GGZ inzetten, dat wil per 2014 zeggen 12 uur per week, dan liggen de macrokosten nog eens een factor 12/9 (=1,33) hoger. Eerder heeft de minister gezegd (zie blog 1.11.2013) dat de GGZ kortingstool niet zal gelden voor de kosten van de GGZ zorg geleverd door huisartsen en de POH-GGZ. Om te onthouden..
 
4.       Advies van NZa over de nieuwe bekostiging huisartsenzorg.
In dit advies (14.2.2014) werkt de NZa de bekostiging van drie segmenten uit. Het eerste segment is de basiszorg van de huisarts. In het tweede segment is ruimte voor de multidisciplinaire zorg en het derde  segment is het segment van de prestatiebekostiging. De  NZa doet expliciet de suggestie om groei in multidisciplinaire zorg of het belonen van resultaten en het stimuleren van innovatie ten koste te laten gaan van het budget voor het basisaanbod. Dat lijkt  een onacceptabel uitgangspunt (LHV, blog). In dit advies stelt de NZa ook voor om voor 2015 de bekostiging van de POH-GGZ te betalen vanuit segment S1 (pg 8 en pg 36 in het advies).  Hiermee staat, mede gezien het te lage macrokader POH-GGZ, de bekostiging van segment S1 nog meer onder druk. En kan segment S1 nog sneller “leeggegeten” worden…
 
5.       BTW.
En dan wel/geen 21% BTW bij inlenen, inhuren of loondienst. Degene die personeel leent moet in principe 21% BTW betalen. Bij geen BIG registratie is altijd BTW verschuldigd. Met BTW rekenen betekent 21% meerkosten voor de huisarts, welke niet aftrekbaar zijn. Bij BIG registratie is echter mogelijk geen BTW betaling verschuldigd, omdat de POH werkt in het kader van de ‘geneeskundige verzorging van de individuele mens’. In het land zijn een aantal constructies van detachering waar geen BTW wordt geheven. Mogelijk is hier met de Belastingdienst een regeling getroffen. Bij detachering (regeling Ministerievan Financiën, 2007) is BTW vrijstelling wel mogelijk als bij uitleen/inleen POH van een huisarts of gezondheidszorginstelling (maar is elke zorggroep wel een zorginstelling??) aan zeven voorwaarden wordt voldaan (memo PWC). Huisartsen onderling kunnen daarnaast, met een akkoord van de Belastingdienst, met een regeling ‘kosten voor gemene rekening’ met een vaste verdeelsleutel onderling de kosten POH-GGZ verdelen zonder betaling van BTW.
 
6.       POH-GGZ als ZZP-er.
Deze maand werd de ZZP wereld van de zorg opgeschrikt met de mededeling dat ambtenaren van de Belastingdienst zouden hebben gezegd: “wij willen de mensen in loondienst”… Navraag bij de juridische afdeling van de LHV laat zien dat de VAR-wuo voor de  POH-GGZ, aldus de LHV,  nog steeds soepel door de Belastingdienst wordt afgegeven. Als bij de huisarts een POH-GGZ als ZZP-er werkt, dient de huisarts een kopie van de VAR-wuo te hebben, omdat er alleen dan zekerheid is dat de huisarts als opdrachtgever geen loonbelasting en premieheffing hoeft in te houden.

Het werkgeversrisico voor de huisarts bij inzet POH-GGZ komt wel steeds beter in beeld. Maar dat betekent niet dat dit risico ook nu al volledig in beeld is.  De tijd zal het leren.

AM