donderdag 17 april 2014

Reputatieschade als toezichthouder lijkt voor de NZa onvermijdelijk

De minister van VWS stelt een extern onderzoek in naar het interne functioneren van de NZa.  De aanleiding voor het onderzoek is de suïcide op 22.1.2014 van NZa medewerker Arthur Gotlieb, 12 dagen nadat deze medewerker een 600 pagina’s tellend bezwaarschrift over de gang van zaken bij de NZa bij zijn leidinggevenden en bestuursvoorzitter Theo Langejan had ingediend.
Pas op 8.4.2014 bericht de NZa de minister van VWS over dit tragische voorval. Een dag later stelt de minister de genoemde onderzoekscommissie in. Met als opdracht een onderzoek naar het intern functioneren van de NZa in deze zaak, een onderzoek naar de werksfeer bij de NZa en naar het  borgen van ICT-veiligheid en de vertrouwelijkheid van dossiers. Het snel instellen van de commissie lijkt/is een begrijpelijke reactie van de minister.  Immers, de innige relatie tussen VWS en NZa is bekend, waarbij de politieke verantwoordelijkheid voor het functioneren van de NZa bij VWS ligt. VWS is voor de NZa niet alleen de enige opdrachtgever is, maar de overheid is ook de enige partij die de NZa voorziet van financiële middelen. Daarom heeft ook het ministerie zelf belang bij een zorgvuldig onderzoek naar het functioneren van deze toezichthouder. Saillant detail is dat een maand geleden de minister zich in een Kamerbrief (13.3.2014) nog positief uitliet over het functioneren van de NZa.

Arthur Gotlieb  (bron: NRC/NOS)
Arthur Gotlieb was bedrijfseconoom en sinds 2000 als senior-beleidswerker werkzaam op de afdeling Cure van de NZa op het dossier “dure geneesmiddelen”. Na een negatieve beoordeling als werknemer dient hij een verweerschrift van 600 pagina’s in bij zijn eigen organisatie en stelt ook allerlei interne zaken aan de orde. Bij de NZa zou voor meer dan 300 gigabyte aan documenten zonder beveiliging zijn opgeslagen, zo meldt hij. Al in 2007 bericht hij zijn meerderen over dit feit. Niet alleen patiëntendossiers, tariefbeschikkingen, bezwaarschriften, onderzoeksrapporten, foto's, geluidsopnamen, maar ook e-boeken/films waren jarenlang toegankelijk voor iedereen die werkte bij de NZa,  inclusief vakantiekrachten. Na zijn dood meldt zijn broer (bron: NRC),  dat Arthur van mening was dat de NZa-directeuren te dicht tegen de geneesmiddelenindustrie aanschurkten en zich lieten fêteren door de farmaceuten. Hij pleit daarom bij de Raad van Bestuur voor een gedragscode, maar op dat advies wordt door de NZa niet gereageerd. Al heel lang constateert Gotlieb tekortkomingen in de organisatie en heeft hij kritiek op het management en op de manier waarop zijn leidinggevenden met hem omgaan. Hij luidt, zonder resultaat, met regelmaat de noodklok. Hij verwerkt uiteindelijk al zijn ervaringen in zijn bezwaarschrift. Van de 600 pagina’s gaan er, aldus de NRC, 459 over de manier waarop hij afgelopen jaren is behandeld door het management. Toen hij zijn bezwaarschrift inlevert, meldt Gotlieb, dat op zijn positieve inzet kan worden gerekend. Twaalf dagen later pleegt hij suïcide.  Pas 11 weken later bericht het bestuur van de NZa de minister over dit tragische voorval.

Integriteit NZa staat ter discussie
Door dit voorval staat de integriteit van de NZa ter discussie en lijkt reputatieschade onvermijdelijk. Niemand in Nederland zal de noodzaak van een onpartijdige scheidsrechter, althans binnen het zorgstelsel met een gereguleerde markt wat Nederland voorstaat, ter discussie stellen. Multitasker NZa is in dit zorgstelsel, waar 90 miljard in omgaat, gelijktijdig marktmeester, toezichthouder, tariefbepaler, adviseur van de minister en tegelijk nog regelgever. Deze taken zijn alleen naar tevredenheid uit te voeren bij een vlekkeloos blazoen, een onpartijdige opstelling en 100% eigen transparantie en integriteit. Als een goed voorbeeld voor anderen. Niet gemakkelijk, maar goed toezicht zal alleen met deze kenmerken een draagvlak voor soms ook pijnlijke maatregelen (kunnen) creëren bij partijen.

Partijdige opstelling
Al eerder heb ik in deze blogs mijn twijfels geuit over het probleem van de (on)partijdigheid van  de NZa. Bij de opstelling van de NZa bij tariefbeschikkingen (blog: 14.9.2013),  bij het opstellen van hun  marktscans (blog: 26.10.2013), bij hun opstelling ten aanzien van wetswijziging artikel 13 (blog: 19.3.2014) en bij de rapportage van de NZa over de zorgfraude (blog: 28.12.2013  en 22.9.2013). En last but not least ook in het advies van de NZa over de nieuwe bekostiging huisartsenzorg staan diverse hiaten. Zo is in dit advies willens en wetens de bekostigingsbouwsteen “werktijden” buiten beschouwing gelaten en  baseert de NZa al jaren de tarieven van de praktijkkosten van huisartsen op de uitkomst van hun eigen kostenonderzoeken. In plaats van het tarief voor praktijkkosten af te stemmen op de leveringskosten van noodzakelijke zorg. (zie verder: commentaar op NZa advies). Ook stelde de NZa in het advies over de bekostiging voor om bij overschrijding van de kosten ketenzorg en prestatiebekostiging dit te betalen uit het budget van de huisartsenbasiszorg. Dit probleem is na ingrijpen van VWS verijdeld. Maar ook buiten de huisartsenzorg stapelen de problemen voor de NZa zich op. Hoge boetes van de NZa voor foutief declareren zijn zo bedreigend dat zorgaanbieders maar afzien van juridisch verweer. Waarbij ziekenhuizen zelfs worden gedwongen het bewijs van hun "fraude" zelf te leveren....

En nog meer problemen...
En als klap op de vuurpijl komt vandaag naar buiten dat eind 2013 alarmerende verliezen van ziekenhuizen werden verzwegen in het NZa rapport. En dat na persoonlijk ingrijpen van bestuursvoorzitter Theo Langejan. Want, zo bleek uit het verweerschrift van Arthur Gotlieb, de bestuursvoorzitter "wilde niet met slecht nieuws naar buiten".. En zo werd de belangrijkste conclusie buiten het rapport gehouden, namelijk dat bijna vier op de tien ziekenhuizen in 2012 verlies leden. Waarbij ook de minister van VWS niet wist dat de NZa deze alarmerende verliezen bij ziekenhuizen verzweeg in het bewuste rapport. Er lijkt dus genoeg  werk voor de onderzoekscommissie in de NZa winkel 

Onafhankelijk onderzoek
De minister heeft een onderzoekscommissie ingesteld onder leiding van Hans Borstlap, oud-topambtenaar en lid van de Raad van State. Dat Borstlap en NZa-topman Langejan een gedeeld verleden hebben als directeur-generaal (rond 2000 hielden beiden zich als hoge ambtenaar  bezig met arbeidsmarktvraagstukken) is noch voor de minister, noch voor de Tweede Kamer een bezwaar dit onderzoek door Hans Borstlap te laten uitvoeren.

AM