Hun gezamenlijke inzet, arts en verpleegkundige, beiden in de nabijheid van de mensen, moet de zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie van mensen bevorderen en moet het beroep op zwaardere vormen van zorg verminderen. Het gaat hierbij voor de wijkverpleegkundige nadrukkelijk niet alleen om puur verpleegkundige of verzorgende handelingen, maar ook om taken die samenhangen met de zorgverlening zoals het coördineren ervan (casemanager), coaching (bijvoorbeeld ondersteuning bij zelfmanagement) en individuele preventie. Daarom is net als bij de huisartsenzorg ook deze “verpleegkundige” zorg in de eerste lijn ‘functioneel’ omschreven. Goede samenwerking in de wijk, met inzet van professionals uit de verschillende disciplines (zoals maatschappelijk werkers, verpleegkundigen en verzorgenden), maakt het mogelijk het sociale en medische domein met v&v te verbinden. De organisatie waar binnen wordt samengewerkt kan vervolgens verschillen, maar moet nog wel worden ingevuld? Hoe? via wijkteam? via zorggroep?, via HOED, via groepen met common interest? etc. En wie bepaalt deze organisatorische setting: de huisarts? De wijkverpleegkundige? de burger? Of de inkopende zorgverzekeraar?
Samenwerking op inhoud
In 2004 hebben organisaties van beroepsbeoefenaren,
zorgaanbieders en zorgverzekeraars al een intentieverklaring getekend zich in te zullen zetten voor een
geïntegreerde eerste lijn. Zorgverleners zouden
daarbij gestructureerd en geïntegreerd met elkaar gaan samenwerken, met
als doel dat onderlinge werkafspraken helder naar patiënten worden
gecommuniceerd. Coördinatie en continuïteit van zorg zijn daarbij sleutelbegrippen,
te verdelen over cure en care. De cure regie hoort bij de huisarts en de
praktijkondersteuner. De huisartspraktijk kan vanuit het overzicht over de zorg
de spilfunctie vervullen: als gids voor zijn patiënten, regisseur van de zorg
op hoofdlijnen en poortwachter naar de tweede lijn. En de care regie hoort bij de
wijkverpleegkundige. Dit onderscheid kan ook worden gehanteerd bij het
voorschrijven van medicatie, ook al is het geschreven recept van de
verpleegkundige “net zo goed” als dat van de arts. Over (inhoudelijke)
samenwerking is overigens meer dan genoeg geschreven (een, twee, drie, vier, vijf).
Bekostiging wijkverpleegkundige zorg
Er gaat ongeveer € 3 miljard naar de ZVW
voor wijkverpleging. Daarbij is in het
regeerakkoord (“Bruggen slaan”, pg 58) totaal € 200 mln (van de € 250 mln) beschikbaar
om meer wijkverpleegkundigen in te zetten. En € 50 mln wordt gebruikt voor de beoogde
versterking van sociale wijkteams, waarmee de wijkverpleegkundigen intensief zouden
moeten samenwerken. De NZa heeft als advies aan de minister voor
wijkverpleegkundige zorg nu twee bekostigingsmodellen (1. Populatiebekostiging 2.
Patiëntvolgende zorgpakketten) voorgesteld. Beide modellen kennen, net als bij
het NZa advies over de bekostiging van huisartsenzorg en multidisciplinaire
zorg, een onderdeel: uitkomstbeloning.
Het verschil bij uitkomtbeloning huisarts versus
wijkverpleegkundige is te overbruggen
Bij het advies van de NZa over de bekostiging van wijkverpleegkundige
zorg wordt bij uitkomstbeloning nadrukkelijk de samenwerking met de
huisarts genoemd. Bij het advies van de NZa over de bekostiging van huisartsenzorg
wordt in segment S3 (resultaatbeloning en zorgvernieuwing) deze samenwerking
niet met naam genoemd. Bij de nieuwe bekostiging huisartsenzorg is het segment van samenwerking
juist S2. Maar het S2 segment kenmerkt zich juist door gebrek aan financiële ruimte voor ketenuitbreiding, alhoewel de NZa en VWS dat zelf niet melden
(waarom eigenlijk niet?). Toch is er in het NZa advies binnen het S3 segment wel ruimte voor “zorgvernieuwing”.Het vormgeven van de samenwerking tussen huisarts en wijkverpleegkundige acht ik een betere invulling van zorgvernieuwing dan de (wel) voor S3 door de NZa genoemde discutabele onderwerpen, zoals “verwijzen”? en/of het reeds uitgekauwde dossier “doelmatig voorschrijven”? Of het aanhoudend onderzochte item “bereikbaarheid”, maar dat dan steeds onderzoeken zonder deugdelijke oorzaak-gevolg analyse? Dan lijkt dit onderwerp over samenwerking beter. Gewoon voor gewenste samenwerking huisarts-wijkverpleegkundige betalen. Per 2015 bij beide partijen binnen de eigen bekostiging als bonus binnen het eigen segment van prestatiebekostiging: waarom eigenlijk niet?
AM