Budget Wmo
Bij de totstandkoming van de budgetten heeft de overheid hulp gekregen
van de Algemene Rekenkamer (webdossier uitgavenbeheersing). De Rekenkamer kwam
tot de conclusie dat het BKZ in Nederland structureel wordt overschreden. Met
name het AWBZ fonds bevat een oplopend tekort van naar verwacht € 20 miljard in
2014. Dit tekort wordt betaald met leningen uit de schatkist en toegevoegd aan
de staatsschuld. In het regeerakkoord is daarom vastgelegd dat in 2017 op de
langdurige zorg € 3,4 miljard bezuinigd
moet worden. Dat Nederland op zoek is naar een alternatief voor de AWBZ, zijnde de beoogde gedeeltelijke transitie naar
Wmo en Zvw, is uit louter financieel oogpunt al verklaarbaar. Op de evaluatiebijeenkomst van de Zvw (Clingendael,
28.03.2014) werd gesteld (van Kleef/iBMG), dat op elke huidige AWBZ patiënt die
in 2015 overgaat naar de ZVW een verlies
wordt geleden van € 380, - per jaar.
SCP: risico’s en kansen
Op verzoek van VWS heeft het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) de huidige
Wmo geëvalueerd. Het SCP ziet risico’s en kansen bij de nieuwe Wmo. Als risico’s
noemt het SCP, het nog onbekend zijn met de beoogde hoeveelheid vrijwillige
inzet door burgers, de overbelasting van mantelzorgers, een onvoldoende
ondersteuning voor mensen met specifiek psychische problemen, een beoogde kanteling in het nieuwe denken die
toch anders kan uitpakken dan bedoeld, onvoldoende inspraak voor/door de Wmo doelgroep,
onvoldoende randvoorwaarden voor gemeenten (40% gemeenten zegt onvoldoende
personele capaciteit te hebben en 60% meent dat het WMO budget tekort schiet). Als
kansen noemt het SCP dat gemeenten zich goed ontwikkelen ten behoeve van hun
nieuwe functie en met elkaar samenwerken, dat nu al meer mensen reeds informele
hulp gebruiken en dat steun van gemeenten zal bijdragen aan de redzaamheid en
participatie van aanvragers en mantelzorgers helpt.
Sociale wijkteams
Zorgverleners worden gevraagd te participeren in sociale wijkteams. Ook
van de huisarts wordt inzet gevraagd bij de uitvoering van de nieuwe WMO. De
LHV voorzag haar leden al van een toolkit “Huisarts & Gemeente”. En de LHV
laat weten wat de Wmo voor de huisarts betekent. Annemarie Jorritsma,
voorzitter van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, deed ook al een
dringende oproep aan wethouders en met name huisartsen. (Arts & Auto, mei 2014). Citaat: "Het is van het allergrootste belang dat huisartsen betrokken
raken, want zij spelen in de transitie een heel belangrijke rol. Maar als de
onderzoeken juist zijn, hebben huisartsen nog geen beeld van wat er gaat
gebeuren. Dat wordt dan hoog tijd. Ze moeten zo snel mogelijk contact zoeken
met hun gemeente om afspraken te maken”. Het beschikbare Wmo budget per 2015
voor het functioneren van het sociale wijkteam bedraagt in 2015 gemiddeld € 25.000
per gemeente. Dat budget is, voor de goede orde, niet alleen voor
zorgverleners. Sociale wijkteams zijn binnen de Wmo namelijk "interdisciplinaire,
ambulante en proactief opererende teams van beroepskrachten vanuit gemeente,
politie, opbouwwerk, woningcorporaties, maatschappelijke dienstverlening en
zorg, die op wijk- en huishoudensniveau (multi)problematiek signaleren en
zorgen dat kwetsbare bewoners op een passende manier geholpen worden". De
invulling van dit team gaat dus nogal wat verder dan de huidige samenwerking van
de eerstelijns zorgverleners in de wijk. En dit gegeven is een risico. Geplaatst naast
overige berichtgeving dat de transitie van zorg richting de Zvw en Wmo niet zonder risico’s is! (een, twee, drie,
vier, vijf, zes).
AM